MAGISCHE POPULIERENRIJEN PAKKEN WONING IN

Het heeft iets magisch vindt tuinaannemer Roeland Vranckx: de ruisende, ritselende, ratelende populierenrijen die het eeuwenoude Kempenlandschap kenmerken. In een tuin rondom een dierenartsenpraktijk in het Belgische Geel heeft hij het kenmerkende landschapselement in miniatuurvorm toegepast. En niet onverdienstelijk: hij won er goud mee in de middelgrote categorie (250-1000 m2) van de Vlaamse Tuinaannemer 2022-2023.

Tekst: Miranda Vrolijk - Foto’s: Studio PSG

„Ik heb nooit eerder zo’n simpel plannetje getekend’’, begint Roeland Vranckx, eigenaar van het bedrijf Tuinarchitectuur Vranckx in het Vlaamse Geel. Maar zoals dat vaker geldt, zijn de beste ideeën vaak de simpelste. De bomenrijen en heuvels die Vranckx tekende, werden door de jury van de Vlaamse Tuinaannemer dit najaar bekroond met goud.

De eigenaar van het driehoekige perceel in Geel vroeg Vranckx drie jaar geleden een ontwerp te maken. Het terrein dat middenin de stad ligt, had vijftien jaar braak gelegen en de dierenarts zag er een mooie plek in om er een praktijk te beginnen en de bovenste etage als woonst te verhuren. In eerste instantie wilde hij graag dat Vranckx het volledige perceel zou omheinen, maar hij heeft zich door de tuinontwerper weten te overtuigen om dit niet te doen. 

Vranckx zag namelijk een prachtige kans om hier met een oud Kempisch landschapselement net een open tuin te maken waar iedereen van kan genieten. Zes rijen zuilpopulieren heeft hij in de tuin toegepast, vroeger gebruikten de boeren die als windbreker en om de grond te fixeren (zie kader Uitgelicht, volgende pagina). De rijen konden wel tientallen meters hoog worden, kenmerkend is de extreem korte plantafstand. In deze tuin heeft Vranckx de rijen in miniatuurvorm toegepast. De Populus tremula ’Erecta’ staan in een heuvellandschap van gras en verpakken zo als het ware de woning. „Tegelijkertijd brengen de krachtige lijnen de strakke architectuur van het gebouw in de tuin.’’

Bij het minste briesje

Populieren hebben iets magisch vindt Vranckx. De gekartelde blaadjes van de Erecta ritselen al bij het minste briesje door hun lange, afgeplatte bladstengels. Daarnaast wiegen de boomkruinen in de wind. „Deze eigenschappen scheppen extra levendigheid en speelsheid in de tuin en zorgen voor een aantrekkelijk visueel schouwspel.’’

De heuvels heeft Vranckx gemaakt van de grond die vrijkwam bij de bouw van de woning. Die is namelijk volledig onderkelderd. „Het grondoverschot zag ik als een enorme kans. Bovendien was het budgettair gezien de goedkoopste oplossing, omdat de grond dan niet hoefde worden afgevoerd.’’ Door de heuvels – waarvan de grootste 1,5 m hoog is – heeft hij meer dynamiek in de tuin gebracht. „Mijn wijlen vader zei ooit: als tuinarchitect kan je gaan goochelen met de vorm en invulling van een voortuin zodat, als je er voorbij rijdt, het lijkt of die ‘beweegt’.’’ En dat doet deze tuin. De bomen staan haaks op de woning en lopen min of meer parallel aan de twee straten waartussen het perceel ligt ingeklemd. „Het stammenspel van de bomen biedt allerlei doorkijkjes en de heuvels laten de tuin golven als je er voorbij loopt.’’

Om de heuvels te laten beginnen heeft de tuinontwerper rondom de woning verschillende gladde betonnen keermuren geplaatst. „Als een soort ketting, een soort slang rondom het gebouw.’’ Ook zij verbinden de woning met de tuin omdat de uitstraling van de muren gelijk is aan die van de gevels van het gebouw. Door de heuvels achter de keermuren in te planten met grote wolken lampenpoetsergras wordt de woning tegelijkertijd wat naar de achtergrond gedrongen. „Daardoor overheerst het gebouw minder en zakt het gedeeltelijke weg in de tuin.’’ Op twee plekken rondom de woning zijn parkeerplaatsen gerealiseerd, zowel voor de bezoekers van de praktijk als een aantal privé-plekken. Strakke borders met sierheesters en vaste planten begeleiden de bezoekers naar de entree van de praktijk.

Door deze transparante inrichting van het perceel heeft Vranckx een privé-tuin weten te creëren die iedereen in de omliggende buurt kent. „Als een baken, een landmark in de wijk.’’

Lijnen van zuilpopulieren

In het Kempische landschap plantten boeren van oudsher lange rijen zuilpopulieren als windbrekers en om de grond te fixeren (zie foto onder). Deze landschapselementen kenmerkten zich door een uiterst korte plantafstand tussen de bomen. Doorgaans gebruikten de agrariërs Populus nigra ’Italica’ hiervoor. Roeland Vranckx heeft dit eeuwenoude principe op microschaal toegepast in de tuin rondom de dierenartsenpraktijk. Hij heeft echter voor de minder bekende Populus tremula ’Erecta’ gekozen. „Omdat die een stuk kleiner blijft dan de Italica. De ’Erecta’ heeft een uiterst slank silhouet, met een recht opgaande stam tot 15m hoog en een maximale kroonbreedte van ongeveer 2m.’’ Bovendien geeft de Erecta geen zaadpluizen, wat in het stedelijk gebied met veel bewoners onder wie hooikoortspatiënten, een prettig voordeel is. In totaal zijn er in de 690 m2 grote tuin, 58 exemplaren geplant, met een opvallend kleine plantafstand van slechts 1,5 m tussen de bomen. Vanwege de heuvels zijn ze op verschillende hoogtes ingeplant. Oorspronkelijk was Vranckx van plan om de kruinhoogte aan de onderzijde overal op dezelfde hoogte te laten beginnen. Dit zou betekenen dat hij de laagvertakte veren als ze op termijn een stuk hoger zijn gegroeid, aan de onderzijde waterpas zou opsnoeien. Maar hij is inmiddels niet meer zo zeker of dit het mooiste effect sorteert. „Wellicht dat ik de kruinen laat meegolven met de heuvels voor meer dynamiek.’’

 

Foto 2:

Door zijn driehoekige vorm, de ligging in de wijk en de transparante inrichting is de tuin een belangrijk herkenningspunt geworden voor de omwonenden. Roeland Vranckx heeft de zandgrond waarmee de heuvels zijn gevormd verbeterd met compost, Terracottem en Bentoniet om de grond kleverig te maken. Het gazon is ingezaaid met het graszaadmengsel Water Saver van Barenbrug, dit gras kan beter tegen droogte omdat het dieper wortelt. Zo’n 60 cm diep, weet Vranckx. „Na een periode van droogte zal dit gras daardoor sneller recupereren, en dat is in deze tuin heel belangrijk omdat het gras zo’n beeldbepalend element is.’’

Foto 3:

Rondom de woning heeft Vranckx verschillende keermuren geplaatst. Ze hebben dezelfde gladde betonlook als de woning. „Zo wordt de woning verbonden met de tuin, tegelijkertijd wordt hij minder overheersend.’’ De L-vormige keermuren had de tuinaannemer nodig om de hellingen te kunnen maken.

Foto 4:

In de grote beplantingsvakken rondom de woning en achter de keermuren heeft Vranckx grote wolken met Pennisetum alopecuroides ‘Hameln’ toegepast. „Een klassiek siergras, dat het eigenlijk altijd en overal wel doet.’’ Daartussendoor heeft hij grote volumes met Gaura lindheimeri ’Whirling Butterflies’ geplant waarvan de witte bloeikleur goed past bij het beton van de muren en de woning. „En deze plant brengt met zijn springerige bloeit levendigheid in de tuin.’’

Foto 5:

In de rechte plantvakken die de parkeerplaatsen omlijsten heeft Vranckx de heester Nandina domestica ’Summer Sunset’ gecombineerd met Persicaria amplexicaulis ’Speciosa’ en Erigeron karvinskianus. Ten opzichte van de Pennisetum-vakken is deze beplanting qua kleur en textuur wat bonter, Vranckx vond dat mooi passen bij het lichte grijs van de keermuren.

Foto 6:

Qua materialisering vindt Vranckx het interessant om contrasten te creëren in kleur en textuur. Zo heeft hij voor de oprit voor lichtgrijze uitgewassen betonklinkers (’Rockstone Silver’) gekozen Waarvan de natuursteentjes op de toplaag mooi schitteren in de zon. Deze ruwe toplaag contrasteert met de gladde betonlook van de woning en de keermuren. De parkeerplaatsen voor de bezoekers zijn verhard met basalt-siergrind, dat qua kleur weer contrasteert met de klinkers en de muren.

Foto 7:

Vranckx heeft bewust een van de lijnen met zuilpopulieren in de parkeerplaats geplant. Daardoor verbindt hij dit element met de rest van de tuin. De populieren verzachten bovendien de harde lijnen door hun bewegende, ritselende blad en hun seizoensdynamiek.

a2hs_explain
a2hs_tap
a2hs_then